1. Burgerschap op school, meer dan een symbool

In scholen bestaat steeds meer aandacht voor burgerschap en dat is goed nieuws. Maar waarom juist? En waarop ligt de focus best? 

Of je in het middelbaar nu economie-moderne talen, brood en banket of sportwetenschappen volgt, het staat vast dat je later een volwassen burger in een democratische samenleving wordt. Maar wat dat betekent en welke mogelijkheden dat schept, daarover werd lange tijd nauwelijks gesproken in de klas.

Alleen al daarom is het goed dat het thema burgerschap tegenwoordig hoog op de agenda staat. Specifieker zijn er vandaag minstens drie redenen die de extra aandacht erg logisch maken.

Burgers, sta op! (picknicken mag ook)

Sinds de intrede van het internet en de sociale media werd de politiek transparanter en zijn er voor burgers meer mogelijkheden dan vroeger om zich te informeren en te verenigen, initiatieven te nemen en invloed uit te oefenen op het beleid. Het groeiende succes van burgerbewegingen vloeit daar rechtstreeks uit voort.

Interessante voorbeelden daarvan zijn Ringland, stRaten-generaal en Ademloos, die in Antwerpen verzet aantekenden tegen de mobiliteitsplannen van de overheid en zelf alternatieven ontwikkelden, met extra aandacht voor de leefbaarheid van de stad en de gezondheid van haar inwoners. De burgerbewegingen kregen zoveel steun dat de overheid hen uiteindelijk betrok bij het project en er in maart 2017 een verbond gesloten werd dat een paar maanden later, in juni 2017, nog verstevigd werd.

Het interessante aan dit soort bewegingen is dat ze niet zomaar tegen een plan of voorstel zijn, maar functioneren als brede netwerken van burgers die samen een hoop kennis, ervaring en engagement rond de tafel brengen. De dynamiek die daaruit ontstaat, wordt vertaald naar stevig onderbouwde voorstellen om de publieke ruimte aangenamer in te richten en efficiënter te gebruiken.

Een ander opmerkelijk initiatief is Picnic The Streets, de beweging die in Brussel een paar zomers lang een massa mensen op de been bracht om iedere zondag te picknicken op een van de drukste lanen van de stad. Op die manier werd de politiek aan het denken gezet en overtuigd om de verkeersader in kwestie, de Anspachlaan, door te knippen en er een grote autovrije zone te creëren. Die zone is er nu en kan, als ze verstandig ingevuld wordt, Brussel mee helpen omvormen tot een modernere hoofdstad.

Doe het met en zonder politiek

De transformatie van het politieke proces, waarbij de wisselwerking tussen burgers en politiek steeds groter zal worden, is nog maar net begonnen en schept kansen om de democratie te verbreden en te verdiepen. Bovendien gaat het om een machtsverschuiving die niet gebonden is aan een bepaalde ideologie. In principe hebben alle maatschappelijke groepen, ongeacht ambitie of overtuiging, meer dan vroeger de kans om zich te laten horen, mee te praten en anderen te overtuigen van hun zaak. Voor wie zich democraat noemt, is dat vooruitgang. En natuurlijk kunnen burgers samen ook heel wat verwezenlijken zonder dat de politiek daarbij betrokken wordt.

Om te vermijden dat alleen de meest bevoorrechte groepen in de samenleving die mogelijkheden aangrijpen, is het zinvol dat iedereen de nodige competenties verwerft. Vanuit democratisch oogpunt is het onderwijs daarvoor een geschikte plek omdat alle jongeren erdoor bereikt worden. Daarmee bedoelen we niet dat iedereen een actieve burger moet worden, wel dat iedereen die de middelbare school verlaat over voldoende tools moet beschikken om er een te kunnen zijn.

Deel je dromen in de dialoog

Een tweede reden waarom burgerschapsonderwijs aan relevantie wint, is de toenemende diversiteit in de samenleving. Die diversiteit zal op uiteenlopende vlakken alleen maar groter worden en dat stelt ons voor een paar uitdagingen. Een belangrijke daarvan is dat we te midden van het verschil oog blijven hebben voor de common ground, de vele dingen die we delen met elkaar, zoals waarden, ideeën, doelen en dromen.

Die common ground herkennen lukt het beste door de ander te ontmoeten en de dialoog aan te gaan. Door daarbij ook met een open geest van gedachten te wisselen over thema’s waarover we het niet eens zijn, leren we elkaars redeneringen en perspectieven beter kennen, wat kan leiden tot een verruiming van de horizon en meer begrip langs beide kanten.

Die ontmoetingen en dialogen vormen een fundamenteel onderdeel van het hedendaagse burgerschapsonderwijs. De school is er als minimaatschappij bovendien een uitstekende setting voor. Maar dan moet het klimaat er wel geschapen worden om in een open sfeer te kunnen debatteren over sociale vraagstukken, politiek, religie, moraal en specifieke kwesties uit de schoolcontext, waarbij de waaier aan verschillende stemmen aan bod komt. Leerlingen zijn er absoluut vragende partij voor.

Haal de wereld uit je broekzak

Door met jongeren te discussiëren over actuele thema’s en hen te laten participeren in de organisatie van hun omgeving vergroot je hun betrokkenheid en maatschappelijk bewustzijn. Ze ondervinden dat hun denken ertoe doet en dat ze met hun handelen een verschil kunnen maken.

Als volgende stap in dat proces kunnen we hen helpen inzien dat een deel van onze collectieve keuzes niet alleen bij ons, maar ook elders een impact heeft. En omgekeerd, dat evoluties in verre oorden steeds vaker een weerslag zullen hebben op onze maatschappij. De mobiliteit en de technologie maken de wereld immers kleiner en de interdependentie groter.

Dat jongeren de planeet tegenwoordig digitaal in hun broekzak hebben zitten, schept zowel uitdagingen als mogelijkheden. Door hen voldoende duiding te verschaffen bij de mondiale mechanismen waarmee we voortdurend geconfronteerd worden, sociaal, politiek, ecologisch en economisch, krijgen ze de kans om zich te ontwikkelen tot kritische burgers die bewust in de wereld staan en geïnformeerde keuzes maken.

Participatie als sleutel

Meer burgerschap op school dus. Prima, maar hoe pak je dat aan?

Burgerschapsonderwijs bestaat natuurlijk uit verschillende componenten, zoals kennis, waarden en vaardigheden. Hoewel al die componenten van belang zijn, tonen studies aan dat op school werken rond burgerschap vooral effectief is als dat in een open klas- en schoolklimaat gebeurt, waarin leerlingen ook actief kunnen participeren in het schoolbeleid.1

Participatie kan immers als een hefboom fungeren voor het verwerven van meerdere burgerschapscompetenties. Dat positieve effect van participatie is natuurlijk niet verwonderlijk. Verschillende elementen van burgerschap worden erdoor samengebracht. Wie participeert in de organisatie van zijn of haar directe omgeving denkt na over concrete problemen, ontwikkelt een mening, discussieert met anderen, ervaart hoe collectieve beslissingen worden genomen en werkt initiatieven uit.

Door te participeren worden verschillende burgerschapscompetenties dus actief ontwikkeld, waardoor burgerschap een toolbox wordt die je niet alleen passief in de kast hebt staan, maar die je ook handig leert gebruiken in de praktijk.

Oké, maar geef nu eens een concreet voorbeeld!

Het is natuurlijk gemakkelijk om op een comfortabele stoel aan een rustig bureau lekker idealistisch te schrijven over meer burgerschap op school. Dat de praktijk een heel ander paar mouwen is, beseffen we.

Daarom experimenteerden we er vorig schooljaar zelf mee in de klas. Het verslag daarvan lees je hier en vormt een uitnodiging om onze poging te becommentariëren, te verfijnen en elders in de praktijk te brengen.

Daarnaast vormt het verslag ook een oproep aan alle ervaringsdeskundigen om hun ideeën, initiatieven, projecten en good practices op het vlak van burgerschapsonderwijs eveneens te delen, zodat het anderen kan helpen en inspireren en we er dit schooljaar weer collectief op vooruit kunnen gaan.

***

1 Dat staat bijvoorbeeld te lezen in: De Groof, S., Elchardus, M., Franck, E., Kavadias, D., 2010, International Civic and Citizenship Education Study (ICCS). Vlaanderen in ICCS 2009. Brochure voor het Vlaams Minsterie van Onderwijs en Vorming, p. 24.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *