4. Dit denken de leerlingen ervan

Meer burgerschap op school dus? Fijn. Lekker hip ook. En zo geëngageerd zeg! Wat denken de leerlingen er eigenlijk zelf van? Ja, wat is hun mening over dat hele burgerschap? We vroegen het hen.

Net zoals met kerst werd ook met Pasen de schrijfopdracht voor het examen Nederlands aan het burgerschapsproject verbonden. Deze keer moesten de leerlingen niet hun eigen specifieke voorstel beargumenteren, maar hun mening geven over het project in zijn geheel.

Ter voorbereiding kregen ze een opiniestuk over burgerschap op school voorgeschoteld. Daarna moesten ze uit vier stellingen één stelling kiezen en op basis van twee argumenten standpunt innemen. Ter nuancering moesten ze ook twee tegenargumenten bij hun standpunt bedenken. De stellingen waren de volgende:

  1. Het project met het Innovatielab Wereldburgerschap droeg bij tot mijn kennis over actief burgerschap en is nuttig voor alle leerlingen in het secundair onderwijs.
  2. Burgerschapseducatie kan beter op een andere manier worden aangebracht dan door middel van een project zoals dat van het Innovatielab.
  3. Het concept burgerschap komt ook zonder zo’n project voldoende aan bod op school, extra inspanningen zijn dus overbodig.
  4. Er moet een apart vak over burgerschap worden gecreëerd in het secundair onderwijs.

Een greep uit de antwoorden bij stelling 1

Alicia:

“Eerst en vooral stimuleert het project de leerlingen om actief mee te werken in onze samenleving, wat toch wel goed is om later sterk in je schoenen te staan. Het helpt de leerlingen om hun eigen mening te uiten, want natuurlijk heeft iedereen een andere kijk op het project. Eerst wist ik niet goed wat ‘actief burgerschap’ eigenlijk wou zeggen en door dit project weet ik nu hoe ik een actieve burger kan zijn. Ik durf mijn ideeën te delen en mijn mening te uiten.”

“Ten tweede vond ik dit project een toffe ervaring en iedereen zou de kans moeten hebben om dit mee te maken. Ik gun iedere leerling deze ervaring, want het was echt zeer interessant. Het zorgt ervoor dat de leerlingen meer te weten komen over de maatschappij en tegelijk werken ze ook nog eens aan hun vaardigheden. Ook zijn we hierdoor te weten gekomen hoe het nu eigenlijk is om een project in elkaar te steken en dan later eventueel te presenteren.”

Allesandro:

“Voordat we aan dit project begonnen, had ik het gevoel dat dit project ons niet echt vooruit zou helpen. Ik dacht, eerlijk gezegd, dat het saai en nutteloos was. Nu zie ik in dat ik totaal verkeerd was. Het zou niet een vak apart moeten worden, maar een paar lesuren per jaar gegeven kunnen worden.”

Anissa:

“Daarnaast denk ik ook dat de leerlingen bewuster zullen omgaan met actief burgerschap, wanneer ze weten wat het inhoudt en wat ze er allemaal rond kunnen gaan doen. Voor het project wist ik ook niet wat het inhield, maar door dit project ben ik hiervan veel bewuster geworden. Als één van de projecten nu ook nog eens goedgekeurd zou worden door de school, zou dit de leerlingen de aanzet geven om dit vaker te doen. Bovendien zullen ze meer nadenken over de maatschappij en waar zij er hun steentje in kunnen bijdragen.”

Jonas:

“Volgens mij draagt een project zoals dat met het Innovatielab Wereldburgerschap bij tot de algemene kennis en vaardigheden van jongeren in onze samenleving. Ik vind het dan ook zeer belangrijk dat alle leerlingen van het secundair onderwijs zo’n kans krijgen om zich goed te kunnen ontwikkelen tot geïnformeerde, kritische en verantwoordelijke volwassenen. Jongeren verbreden niet alleen hun vaardigheden om te spreken of een debat te voeren, maar ook gewoon hun hele kijk op de wereld.”

Louise:

“Voor we gestart waren met onze projecten, had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord van actief burgerschap. Volgens mij hebben de projecten met het Innovatielab dus zeker bijgedragen aan mijn kennis erover. Ik vind dat het belangrijk is dat mensen in het algemeen een eigen mening kunnen vormen. Dit project is dus ook de ideale gelegenheid geweest om dat te doen.”

“Ook is het een nuttig project omdat iedereen wel eens denkt aan de dingen die ze zouden willen veranderen, maar de meesten nooit echt de kans krijgen om dit wel degelijk uit te voeren in de praktijk.”

Matin:

“Toch moeten we ons afvragen of zo’n project al die tijd en moeite die men daarin heeft gestoken waard is. Als bijvoorbeeld de directeur daar niet mee akkoord gaat of zich niet gaat inspannen om de voorstellen te bespreken met de andere leden van de directie, dan kan het zijn dat de jongeren die hieraan gewerkt hebben een slecht besluit gaan trekken en een slecht beeld gaan krijgen over de meningen van de maatschappij.”

Een greep uit de antwoorden bij stelling 4

(‘Er moet een apart vak over burgerschap worden gecreëerd in het secundair onderwijs.’)

Amélie:

“Als burgerschap een apart vak wordt, kan dit een goede afwisseling zijn van leren en leerstof. De studenten zien een totaal ander onderwerp dan ze gewoon zijn. Ze leren kennismaken met de diversiteit van de wereld.”

Anne-Sophie:

“Eens je achttien jaar oud wordt, ben je een echte burger met plichten en rechten. Veel achttienjarigen komen plots terecht in een wereld waarop ze niet zijn voorbereid: volwassen burgers in een democratische samenleving. Omdat leerlingen later opkomstplicht hebben, krijgen ze op school uitleg over de politiek in het vak geschiedenis. Daarentegen worden de rechten van de burgers veel minder aan bod gebracht. Terwijl dit even belangrijk is. Als burger moet je namelijk weten wat je rechten zijn en daar ook effectief gebruik van maken. Het is onbegrijpelijk dat wat een burger moet doen wordt besproken, maar wat een burger mag doen niet aan bod komt op school.”

“Het aparte vak actief burgerschap is geen vak dat elke week moet gegeven worden, want het leerprogramma is nu al druk genoeg. De leerlingen hebben waarschijnlijk genoeg aan vijftien lesuren burgerschapseducatie. In deze lesuren kunnen ze dan dieper ingaan op de rechten van de burgers, zodat ze niet alleen leren over de plichten van de burgers.”

Anton:

“Naar mijn mening is een apart vak niet de beste manier om ons dit aan te leren. Om te beginnen hebben wij ‘slechts’ tweeëndertig lesuren per week, die nu al overvol zitten. Waarschijnlijk is het dus beter om ‘burgerschap’ in te passen in een ander vak, zoals godsdienst of Nederlands. Bovendien zullen de leerlingen liever hun schrijfopdrachten van Nederlands doen rond een project, dan een nutteloze opdracht rond een onderwerp dat niemand interesseert. Dat er dan met hun schrijfopdracht verder nog iets gedaan wordt, zal de leerlingen waarschijnlijk motiveren, wat een positieve invloed heeft op de punten van de leerlingen.”

Elin:

“Niet alle kinderen leren thuis wat het is om een actief burger te zijn, daarom is het ook nuttig om hier een apart vak over te maken. Er wordt gezegd dat burgerschap wel degelijk aan bod komt in de lessen, maar sommige leraren denken er nooit over na en gaan ook niet verder in op het thema burgerschap. Als we er een apart vak voor zouden hebben, dan is men zeker dat de leerlingen minstens één keer per week te horen krijgen welke rechten ze hebben. Ik denk dat de leerlingen met dit lesuurtje heel veel bij zouden leren over burgerschap.”

“Het nadeel aan een vak zoals burgerschap is dat vele leerlingen het als een minderwaardig vak zullen zien, waardoor ze tijdens de les niet zullen opletten, terwijl het wel een heel belangrijk vak is en ze er later wel nut van zullen hebben. We hebben ook een strak leerplan, waardoor het niet gemakkelijk is om zomaar een lesuur te vervangen door een uurtje burgerschap.”

Laura:

“Actief burgerschap als vak op school kan zowel positief als negatief zijn. Sommige mensen zullen altijd heel actief deelnemen aan projecten en zullen dit vak zien als een levenservaring waaruit ze veel geleerd hebben, maar anderen zullen dit nutteloos vinden omdat ze het al gezien hebben en weten hoe ze moeten handelen. We leren immers ook al in andere lessen om uit te komen voor onze mening.”

Lisa:

“Enerzijds vind ik dat we een vak over actief burgerschap nodig hebben in het secundair onderwijs, omdat we dit nodig hebben in ons dagelijks leven als volwassene. Op school, zowel in het secundair als in het lager onderwijs, zien we veel theorie. De praktijk wordt echter vaak achterwege gelaten. Dit is ook het geval met actief burgerschap: we leren wel enkele belangrijke maatschappelijke ‘inhouden’, maar in werkelijkheid weten we helemaal niet hoe we ons moeten gedragen in onze samenleving. Een vak rond burgerschap zou hierbij zeker kunnen helpen en ervoor zorgen dat alle jongeren weten hoe ze moeten functioneren in onze ingewikkelde samenleving. Ze zouden dan ook beter weten wat hun rechten en plichten zijn en weten wat ze allemaal met hun burgerschap kunnen ontwikkelen.”

“Anderzijds zullen velen zeggen dat het niet alleen aan de school is om jongeren deze vaardigheden aan te leren, maar ook aan de ouders en andere oudere familieleden of vrienden. Is het dan echt nodig om een extra vak aan het lessenrooster van de leerlingen toe te voegen?”

Mirte:

“Het concept actief burgerschap is zeker een belangrijk onderdeel in onze kennis over de maatschappij. De voorbije weken spanden we ons in om een actieve bijdrage te leveren aan de samenleving. Ik denk dat het belangrijk is om de ontwikkeling rond actief burgerschap in te voeren in het programma van het onderwijs, omdat het de kijk op de wereld zeker zal verbreden. Ten eerste vind ik het belangrijk dat leerlingen in het secundair onderwijs een maatschappelijk beeld ontwikkelen over de wereld. Ten tweede zouden leerlingen hun eigen mening kunnen uiten en argumenten bovenhalen waardoor ze sterker zullen staan in de samenleving.”

Sigrun:

“Mensen kunnen veel zelfstandiger worden door actief burgerschap door ook eens het heft in handen te nemen en niet alles te laten beslissen door andere mensen.”

Tom:

“Als burgerschap een verplicht uur wordt zullen er een of meerdere lesuren bij moeten komen of zullen er lesuren moeten wijken. Een systeem waarbij de leerlingen afwisselend de ene week een uur burgerschap en de andere week een ander vak krijgen is ook niet uitgesloten. Er zullen dus of door de leraren of door de leerlingen toegevingen moeten worden gedaan.”

“Kortom als burgerschap een nieuw vak wordt zullen de leerlingen zich hierop ten volle kunnen concentreren. Er zal ook meer tijd zijn om projecten te organiseren zoals wij nu hebben gedaan in de lessen Nederlands. Er zijn nog wel enkele hindernissen die overbrugd moeten worden, maar als iedereen meewerkt en water bij de wijn doet kan dit concept uitgroeien tot iets moois.”

Wat leren we daaruit?

Burgerschap bleek voor verschillende leerlingen een nieuw, interessant concept te zijn, waar ze graag over leerden. Het verruimde hun blik op de wereld en maakte hen maatschappelijk bewuster. Ze hebben naar eigen zeggen het gevoel dat die grotere aandacht voor burgerschap hen beter voorbereidt op hun latere leven als volwassene in de samenleving.

Leerlingen bleken ook de sterke band met de praktijk te waarderen, die in andere lessen veel minder expliciet is. Door sommigen werd natuurlijk de hoop uitgesproken dat hun inspanningen ook resultaten zullen opleveren. Want als er uiteindelijk toch niet naar hen geluisterd wordt, wat is dan de zin van de hele onderneming, stelden zij begrijpelijk de vraag. Laten we het als een warme oproep aan heel wat schooldirecties beschouwen.

Over de vraag of er een apart vak rond burgerschap zou moeten komen, waren de meningen duidelijk verdeeld. Opvallend is dat de eerder sceptische leerlingen vaak de hoge werklast aanhaalden als reden voor hun terughoudendheid. En dus niet de nutteloosheid van meer aandacht voor burgerschap. Ze gaan er blijkbaar vanuit dat de uren van een vak ‘burgerschap’ simpelweg toegevoegd zouden worden aan het huidige curriculum, waardoor zij iedere week nog langer op de schoolbanken zouden moeten vertoeven. Daarom zien ze ‘burgerschap’ liever geïntegreerd worden in de andere vakken, vakoverschrijdend dus, wat natuurlijk een zeer valabele piste is.

***

Uiteraard gaat het hier om de meningen van leerlingen uit slechts één specifieke klas. Of die mening ook enigszins overeenkomt met de mening van hun generatiegenoten op andere scholen in Vlaanderen, onderzochten we hier. We bekijken er meteen ook wat de rest van de samenleving denkt over meer burgerschap op school.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *